Diplomatieke en dienstpaspoorten worden verstrekt om het reizen, het verblijf en het werk in het buitenland te vergemakkelijken, door iemands functie bij de overheid en het officiële en beroepsmatige karakter van de reis en/of het verblijf te bevestigen. Het gaat er daarbij niet om dat de houder van een diplomatiek of dienstpaspoort wordt bevoordeeld ten opzichte van anderen, maar dat deze persoon zijn of haar taken voor de overheid zonder of in ieder geval met zo min mogelijk belemmering kan uitvoeren.
Aan het bezit van een diplomatiek paspoort kan geen diplomatieke immuniteit worden verworven en geeft geen vrijstelling van veiligheidscontrole(s) en kan ook geen vipbehandeling worden geëist. Evenmin kunnen door de drager rechten aan een dergelijk paspoort worden ontleend.
Niet-diplomaten kunnen een dienstpaspoort aanvragen die ten behoeve van de Nederlandse overheid veelvuldig buitenlandse dienstreizen maken. In principe komt iemand die veel namens de Rijksoverheid moet reizen in aanmerking voor een dienstpaspoort, zo blijft het nationale paspoort vrij van visumstickers/visumstempels en is men het nationale paspoort niet lang kwijt als het voor een visumaanvraag bij een buitenlandse ambassade ligt.
Afhankelijk van de situatie worden diplomatieke paspoorten verstrekt aan niet-diplomaten als de omstandigheden dit verlangen. Dit moet worden aangeven in een ondersteuningsmemorandum. Indien je bij BZ werkt kan dit door de directeur getekend worden. Indien je bij een ander ministerie werkt dient de DG het ondersteuningsmemorandum te ondertekenen.
Lees ook de Beleidsregels diplomatieke en dienstpaspoorten.